Tuintips voor de winter

Snoeien

Een algemene regel: doe in principe niets aan de tuin als het vriest. Je mag hooguit bescherming tegen de vorst aanbrengen. Voor snoeien geldt dat ook. Je kunt in deze tijd van het jaar van alles snoeien, maar doe dit niet als het vriest. Snoei altijd zo dat het model van een boom of heester behouden blijft. Snoei geen struiken die vroeg in het voorjaar bloeien, want die hebben nu al de bloemknoppen aan hun takken zitten. Als je die wegsnoeit, heb je in het voorjaar dus geen bloemen.

Je moet dus goed weten met welke planten je te maken hebt. Natuurlijk kun je takken waar je last van hebt altijd wegsnoeien. Als bomen of struiken te hoog worden en te veel schaduw geven, dan kun je die nu heel goed toppen. Blijf van de coniferen af! Als je die nu gaat knippen, hebben ze nauwelijks de gelegenheid om van die ingreep te herstellen en zullen ze de hele winter dat wat lelijke, pas geknipte uiterlijk blijven behouden. Snoei heideplanten pas in het voorjaar, heide wordt vorstgevoeliger door snoei.

Vorst vliesdoek
Houd bij vorst een rietmat om planten zoals de vijg te beschermen bij de hand. Handig is vliesdoek dat u als bescherming over een plant kunt leggen.

Kerstgroen

Bewaar na de kerstdagen wat takken van de kerstboom en ander kerstgroen. Gebruik deze takken om rond planten te leggen die tegen de kou moeten worden beschermd.

Sterke kuipplanten

Sterke kuipplanten (Camelia, aardbeienboom, dwergpalm, vijf, laurier, olijf en Pittosporum) kunt u tot min 5 graden probleemloos buiten laten staan, maar als de vorst aanhoudt of strenger wordt, moeten zij alsnog naar binnen. Zet ze zodra de kansen op strenge vorst verkeken zijn weer buiten. De planten zullen zo veel harder worden, hun diep groene bladkleur behouden en vroeger in het seizoen gaan groeien en daardoor beter in de bloei komen te staan.

Je moet zorgen dat de grond in de potten in de winterberging iets vochtig blijft. Planten die hun blad hebben laten vallen moet je minder water geven dan de groenblijvende, maar de potkluit mag nooit helemaal uitdrogen. Soorten als geraniums en fuchsia’s kunnen dus vrij droog staan. Als het buiten zacht weer is, kun je de overwinteringsruimte luchten. Frisse lucht is altijd goed. Pas op voor aantastingen. Vooral dopluis en wortelluis kunnen plotseling heel vervelend en massaal optreden. Dopluis zie je als kleine schildjes op de twijgen. Onder die schildjes zitten de luizen. Aanstippen met spiritus is dodelijk voor ze. Bij wortelluisaantastingen worden de bladtoppen bruin en er valt blad af. De luizen zitten als witte puntjes aan de wortels. Bestrijd ze met een geschikt middel (te koop in het tuincentrum). Als je de trotse bezitter van een verwarmd hobbykasje of een serre bent, heb je het helemaal voor elkaar. Dan gaat je groene hobby gewoon door.

Fruitbomen

Heb je fruitbomen, dan is het in januari tijd om die te snoeien. Dat bevordert de gezonde groei en vruchtvorming. Haal eerst de zogenaamde ‘waterloten’ weg. Dat zijn lange scheuten die vorig jaar uit de stam of uit de bovenkanten van de dikke takken kunnen zijn gegroeid. Zulke scheuten dragen geen vrucht. Haal ook elkaar kruisende of langs elkaar schurende takken weg. Snoei de kroon ‘open’. Er moet licht en lucht in kroon kunnen doordringen.

Uit de stam groeien de sterke gesteltakken. Daaraan zitten de draagtakken vol vruchthout. Meestal zijn dat horizontale takken. Afgedragen (oud) vruchthout hangt vaak naar beneden. Knip die weg tot op een eenjarige nieuwe scheut die als vervanger dienst gaat doen. Snoei nooit te veel tegelijk weg! Eenjarige scheuten kun je wat inkorten. Dat maakt ze straks minder gevoelig voor meeldauw.

LET OP: pruimenbomen snoei je niet in januari. Wel in de zomer tijdens een droge periode. Zo voorkom je dat je pruimenboom ziek wordt.

Klim- en leiheesters

Een aantal klim- en leiheesters kan in de winter goed worden gesnoeid. Over het algemeen moet je dat niet overdrijven, dus snoei alleen wat nodig is. Bij de winterjasmijn kun je nu goed zien welke takken wat uitgebloeid raken. Die kun je nu tot op een jonge scheut terugsnoeien. Ook de kamperfoelie kan wat worden uitgedund. Knip bij Clematis montana nu alle dode en loshangende takken weg. De lange scheuten van blauwe regen die vorig jaar zijn gegroeid, kunnen ook flink worden ingekort. Ook lei- of klimrozen kun je snoeien. Klimrozen maken elk jaar kale, lange takken. Die scheuten bloeien nog nauwelijks. Maar het jaar erop vormen die lange scheuten korte zijtakjes en die gaan wel rijk bloeien. Na een aantal jaren is zo’n tak verouderd en gaat minder bloeien. Van zulke oude, afgedragen takken kun je er nu een paar diep wegsnoeien, natuurlijk alleen als er voldoende mooie sterke, jonge vervangers zijn. Bind alle takken netjes aan en geef je rozen meteen een flinke portie speciale rozenmest. Dan zullen ze weer prima bloeien.

Klimop

Veel mensen hebben er een hekel aan als de klimop in de zomer zijn oude blad laat vallen. Dat gebeurt onherroepelijk als je dat nu niet voorkomt. Je kunt het oude blad er nu al af knippen. Door klimop te knippen blijft het ook mooier compact tegen de muur of schutting zitten.

Bodembedekkers

Bodembedekkers zijn een goede keus. Dit soort planten voorkomt uitdroging van de bodem en beschermt het leven in de bovenste laag. Onkruid wordt tegengaan en u hoeft in de zomer minder te sproeien.

Eigen geraniums

De meeste mensen zullen over een paar maanden jonge plantjes kopen, maar als je het leuk vindt om je eigen geraniums (Pelargonium) op te kweken, kun je die in februari in bakken zaaien. Zaai ze in zaaibakjes onder een doorzichtig deksel of in potten die je met doorzichtige plastic zakken afdekt. Zet ze lekker warm op de vensterbank in de kamer of op een andere warme, lichte plek. De zaaigrond wel vochtig houden natuurlijk. Je moet ze na opkomst een keer verspenen (in aparte potjes overplanten). Na half mei kunnen ze naar buiten. Er is zaad te koop van allerlei mooie sterke F1-hybriden.

Gereedschap

Gereedschap goed opbergen. Maak alle gereedschappen goed schoon, schuur metalen delen zonodig en vet ze in. Roest is met een staalborstel te verwijderen. Laat alles wat scherp moet zijn slijpen: snoeimessen, heggenscharen, de messen van een messenkooimaaier, je bijl enzovoort. Bewaar het gereedschap op een normaal droge, onverwarmde plek. Dan drogen houten delen niet uit en loop je minder kans dat volgend jaar je hark- of schopsteel plotseling breekt met als gevolg extra kosten.